Leerlingbegeleiding en leerlingenzorg
1. Eerste lijn: leerlingbegeleiding
Binnen het Dongemond college hebben we twee niveaus van begeleiding:
niveau 1: begeleiding door de vakdocent of mentor. Deze is geïntegreerd in het onderwijsproces.
niveau 2: begeleiding die door de mentor wordt verzorgd of geïnitieerd aanvullend op niveau 1.
Bijvoorbeeld hulplessen, specifieke trainingen (begeleiding taal/spelling, faalangstreductie training, sociale vaardigheidstraining), begeleiding van de decaan, begeleiding van de leerlingbegeleider.
De mentor bepaalt hoe de begeleiding wordt georganiseerd. Hij heeft zicht op de totale onderwijsresultaten en de ontwikkeling van de leerling en is het aanspreekpunt voor de leerling, de docenten en de ouders. De mentor bewaakt afspraken die er in het kader van begeleiding op niveau 1 en 2 gemaakt worden. Soms volstaat begeleiding door de mentor niet (meer) en neemt de ondersteuningscoördinator het over. De leerlingbegeleider is hierbij de schakel. Hij treedt tijdig in overleg met de ondersteuningscoördinator zodat de juiste afweging gemaakt kan worden.
2. Tweede lijn: leerlingenzorg
Als de zorgvraag complexer wordt is er meer specialistische kennis en vaardigheden nodig. Samenwerking tussen verschillende specialisten is mogelijk gewenst. Zorg die aan leerlingen geboden wordt, coördineert de ondersteuningscoördinator. Hierbij onderscheiden we binnen de school twee niveaus:
niveau 3: de interne zorg voor leerlingen die door specialisten binnen de school verzorgd wordt. Hierbij gaat het om begeleiding door onder meer de orthopedagoog, leerlingbegeleider en RT-er. Zij begeleiden op het gebied van stoornissen in het autistisch spectrum of complexe probleemsituaties.
niveau 4: de externe zorg die door specialisten vanuit de hulpverlenende instanties verzorgd wordt (bijvoorbeeld schoolmaatschappelijk werker en/of ambulant begeleider). Voor zover van toepassing op de gang van zaken in de school, ligt de coördinatie in handen van de ondersteuningscoördinator en het OndersteuningsAdviesteam (OAT). Ook een doorverwijzing naar een reboundvoorziening vindt via de ondersteuningscoördinator plaats. In het OAT worden de leerlingen besproken met problemen die de deskundigheid van de school te boven gaan of buiten de school worden geconstateerd.